Ikazia start met inzet kunstmatige intelligentie (AI)

Zorgverleners van het Ikazia Ziekenhuis maken sinds kort gebruik van artificial intelligence (AI), ook wel kunstmatige intelligentie genoemd. Dit doen zij door gebruik te maken van Nicolab StrokeViewer. Deze AI-toepassing helpt om patiënten met een herseninfarct nog sneller en beter te behandelen.

“Het gebruikmaken van kunstmatige intelligentie wordt steeds belangrijker in de zorg,” vertelt Arnout van der Elst, functioneel beheerder beeldvormende technieken in Ikazia. “AI helpt zorgverleners om sneller problemen in het lichaam van een patiënt op te sporen. Zo worden in Ikazia CT-scans automatisch naar StrokeViewer verstuurd. Zorgverleners zien deze beelden vervolgens op hun smartphone, aangevuld met belangrijke, nieuwe informatie. Zij zien bijvoorbeeld in één oogopslag waar het herseninfarct precies is, inclusief het veroorzakend bloedpropje. Voorheen was het niet mogelijk om zulke gedetailleerde informatie snel in beeld te brengen op een smartphone.”

Laus Mulder, neuroloog in Ikazia: “Bij een herseninfarct krijgt een deel van de hersenen geen zuurstof en voeding meer. Het is dus ontzettend belangrijk om deze patiënten zo snel mogelijk te behandelen. StrokeViewer is een waardevol hulpmiddel want het helpt ons om sneller tot de juiste diagnose te komen. Ikazia is een van de grootste centra in de regio voor mensen met een beroerte. Toch kan het voorkomen dat, als het bloedpropje niet oplost, een patiënt voor verdere behandeling naar het Erasmus MC moet. In dat geval kunnen wij via StrokeViewer alle AI-resultaten delen met de radiologen in het Erasmus MC. Zij kunnen zich dan alvast goed voorbereiden op de komst van de patiënt.”

Arnout van der Elst: “Met de komst van StrokeViewer zet Ikazia nieuwe stappen op het gebied van kunstmatige intelligentie in de medische beeldvorming. Dit is nog maar het begin want de technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. Daar zijn wij in Ikazia erg blij mee, want door de inzet van AI kan onze patiëntenzorg nog beter worden. We kijken nu al uit naar de volgende stappen die we op dit vlak kunnen zetten.”